Voor het eerst vliegen we eind april naar één van de Canarische eilanden: La Palma. Dit eiland wordt ook wel La Isla Bonita genoemd en is zo mooi bezongen door Madonna, lang, lang geleden.
We hebben via Connyreizen een pakket-deal geboekt van vlucht, autohuur en verblijf in een heel fijn huis aan de voet van een nationaal park. Het huisje ligt in een botanische, goed onderhouden tuin met 13 andere huisjes en we kunnen gebruik maken van een heerlijk zwembad met ligbedden en een kleine bibliotheek vol Nederlandstalig leesvoer. Er zijn barbecues onder een schaduwrijk terras met uitzicht op de rotswanden van de Caldera de Taburiente (de grote vulkaan op het eiland) aan de ene kant en de stad Los Llanos de Aridane aan de andere kant beneden ons.
De eerste indruk van het eiland heeft niet meteen een wauw-factor en toch ook weer wel. Het intrigeert door haar veelzijdigheid. Hier en daar armoedig door hekwerken en puinhopen daarachter, maar daartussen mooi geverfde huizen met oranje daken en geen grote hotelcomplexen maar alleen laagbouw. Daar omheen rijden we langs prachtige vegetatie met zóveel bloemen en planten die alleen maar hier voorkomen of die wij alleen kennen als kamerplant. Bijzonder om te zien dat de kerststerren hier in het wild groeien en de kamerficus hier uitgroeit tot een prachtige boom met korte, dikke stam.
We blijven hier een week met onze tienerdochters en houden van een actieve vakantie. Hier kunnen we alle kanten op. De reusachtige krater, de Caldera, beslaat het grootste deel van het eiland. Met zijn 9 km. doorsnee en basaltwanden van 1500 meter hoog is het één van de grootste kraters ter wereld. We maken een wandeling over de kraterbodem, rijden met de auto naar boven om een korte rondwandeling te maken bovenop de vulkaan met prachtige uitzichtpunten en rijden op een dag naar de hoogste top, Roque de Los Muchasos (2500 meter) om boven de wolken uit te steken en zelfs andere Canarische eilanden kunnen zien liggen. Op deze rots vind je verschillende observatoria van de sterrenwacht omdat de lucht hier zo helder en schoon is en de condities zo goed om sterren te zien, zwarte gaten op te sporen en allerlei onderzoeken te doen. Die bollen en spiegels zijn een bijzonder beeld in het maanlandschap waarop we lopen.
We bezoeken de steden Los Llanos en Santa Cruz voor wat winkelplezier, terrasjes en een lekkere lunch en gaan in de namiddag naar het strand. Geen witte bounty-stranden hier maar zwarte lavastranden die daardoor ook weer bijzonder (en heet!) zijn.
Overal op het eiland zie je bananenplantages op terrasvormige rotsen, hét exportproduct van La Palma. In het zuiden van la Palma is in de jaren 70 nog een kleine vulkaan actief geweest. De lava bleef 3 weken vloeien en hierdoor is de omgeving kaal en zwart. Zwarte steentjes, zwarte rotswanden, zwarte keien. Het lijkt alsof dit in geen 45 jaar is opgeruimd door iemand, behalve om plaats te maken voor een bananenplantage tussendoor. We bezoeken het bezoekerscentrum bij Los Canarios waar je een goede uitleg over het ontstaan van het eiland krijgt en op de rand van de vulkaan kan lopen en in de krater kan kijken. Inmiddels groeien hier weer dennenbomen in.
Op de zuidpunt vinden we na het zwarte landschap glinsterend witte zoutpannen waar 800 ton zout per jaar nog gewonnen wordt op traditionele wijze.
Helemaal in het Noorden vinden we sprookjesachtige bossen met zoveel kleuren groen! Een heel andere wereld waar je ook weer heel veel, goed aangegeven wandelingen kan volgen, net als over het hele eiland. We volgen in het oosten bij Las Tricias een wandeling van 3 uur die ons leidt langs eeuwenoude drakenbomen en grotwoningen met spiraalvormige tekeningen van oerbewoners.
La Palma is een veelzijdig eiland waar wij enorm van genoten hebben!