Ik mis het reizen enorm en kan zo verlangen naar nieuwe indrukken, andere geuren, onverwachte vergezichten en andere culturen. We zouden “as we speak” nu op reis zijn in “Down Under”. Een reis waar we jaren naar uitgekeken hebben en hard voor gespaard/gewerkt hebben. Helaas door Covid-19 zitten wij nu in Tuinlandia in plaats van te genieten van vergezichten op de Great Ocean Road, kamperen we niet in de buurt van Uluru, trekken we niet met een camper van Cairns naar Sydney. Uithuilen; verstand op nul en doorgaan; hopen dat we in de toekomst deze reis ooit een keer kunnen maken.
Maar vanochtend las ik een berichtje in de krant dat me direct aansprak: we kunnen in gedachten reizen aan de hand van de souvenirs die we in de loop der jaren verzameld hebben: Ik keek rond in mijn reiswerkkamer en daar stond een van de souvenirs die mij direct terugbracht naar lang vervlogen tijden.
Een muziekinstrumentje uit Kameroen in de vorm van een inheems beeld.

Kameroen wordt ook wel “Heel Afrika in één land “genoemd omdat er echt alles te vinden is in dit prachtige land: Van Sahel en savannen in het noorden; vulkanen, regenwouden en stranden in het zuiden.
Begin jaren negentig (echt een eeuwigheid geleden) waren Henk en ik nog jong en redelijk onervaren reizigers. We hadden destijds met z’n tweeën al twee x een maand met een Interrail kaart Europa doorkruist (poehpoeh!), hadden een week in een resort op Bonaire doorgebracht en hadden gebackpackt door Egypte, maar dat was het wel zo ongeveer.
Vrienden van ons woonden en werkten destijds in Kameroen; en wat is er nou mooier en leuker (en goedkoper) dan bij vrienden in een “vreemd” land te verblijven. Ter voorbereiding zijn we naar het Tropenmuseum in Amsterdam gegaan (dit was nog 10 jaar voor de start van Wikipedia!), we regelden onze inentingen (niemand die ons vertelde dat je het inentingsboekje ook daadwerkelijk mee moest nemen naar je vakantieland!) en lazen we alles dat los en vast zat over Kameroen. We konden alleen met onze vrienden in contact komen als zij op het hoofdkantoor in Douala waren of als zij in Nederland waren. Verder konden we hen bereiken per post (die er vervolgens 6 weken over deed om daar aan te komen). We spraken vier weken voor vertrek af dat zij ons op zouden halen van het vliegveld; datum en tijd. We hoopten dat het goed zou komen……
We dachten dat we wat wisten van Kameroen doordat we er veel over hadden gelezen. Daarnaast stippel ik alles van tevoren uit, wat kan/moet er mee (vriendin zou jarig zijn, dus haar familie vroeg om cadeautjes voor haar mee te nemen), wat willen we zeker zien, hoe gaan we zelf reizen etc.; dus alles was geregeld😉. Maar niets bereid je voor op de overrompeling van het land.
Doordat ik alles graag goed organiseer had ik voor de zekerheid onze inentingsboekjes in onze handbagage zitten. Deze moesten we direct bij de eerste officiële vliegveldbeambte (met gevaarlijk uitziende mitrailleur) laten zien. Twee medereizigers van onze leeftijd hadden zich wel in laten enten tegen Gele Koorts, maar hadden hun inentingsboekjes niet bij zich. Deze werden zonder pardon op het eerste vliegtuig teruggezet. Daar schrokken we wel van. Onze koffers hadden we vol zitten met echte Hollandse etenswaren voor onze vrienden. D.E. koffie, kaas, krentenbrood etc. Natuurlijk moesten onze koffers open en werd alles er uitgevist, er werd aan geroken, in geknepen en mocht ik vertellen in mijn beste Frans (met zwetende handen, bang voor de wapens én dat het in beslag genomen zou worden) wat het was: fromage, café ennuh… krentenpain?? Gelukkig mocht alles terug de koffer in; maar deze zwaar bewapende, norse man was onze eerste overrompelende kennismaking met Kameroen.
Onze vrienden stonden ons gelukkig op te wachten en namen ons mee naar het hoofdkantoor van het moederbedrijf in Douala, alwaar we de eerste nacht verbleven. Het was zo leuk om hen te zien en hun verhalen te horen over hun leven in dit prachtige maar ongrijpbare land. Hun huis in de jungle, dicht in de buurt van de plaats Kribi ligt op ruim drie uur rijden van Douala en aangezien het al avond was, was het niet verstandig om die rit in het donker te maken. De volgende dag haalden we de benodigde boodschappen voor de komende 4 weken(!!!!, zo vaak maak je deze rit niet (de enige supermarkt in de buurt stond destijds in Douala) en arriveerden we in de middle of nowhere, bij een prachtig klein huisje vlakbij het bedrijf waar onze vriend werkte. Wat een prachtige omgeving! Onze kamerplanten groeiden hier gewoon in het wild, de papaya’s net als de bananen en de avocado’s (nooit eerder in Nederland gegeten) haalde je uit de boom als je ze nodig had. De jungle was adembenemend. Al die kleuren, onverharde dieprode wegen, uit het niets komen kleurrijke mensen in fleurige kleding, onherkenbare geuren. Een adembenemende ervaring. Er hing een heerlijke hangmat tussen twee palmen in hun tuin en daar genoten we van de geluiden en de geuren van de jungle; als we hadden geweten dat een giftige slang zich had genesteld tussen de schubben van de boom(zoals later bleek), dan hadden we daar niet zo rustig kunnen liggen genieten.
Met onze vrienden bezochten we een Pygmeeën dorp diep in de jungle, eerst met een boot de rivier af, dan mensen sigaretten geven zodat ze je door de jungle leidden en je uiteindelijk aankomt bij het dorpje. Echt pygmee klein. Bijzonder hoe deze mensen nog steeds leven in hun eigen wereld ver weg van wat wij de wereld noemen. In Kameroen werden we tijdens de ritjes met de auto regelmatig aangehouden door de politie (zwaarbewapend) omdat wij: of achterin de pick-up zaten, of omdat de zak aardappels gevaarlijk stond, omdat het licht niet goed stond, omdat we een bepaalde sticker niet hadden….. Er was altijd een reden om ons (Blank, dus rijk?) aan te houden voor iets dat niet mocht en waarvoor betaald moest worden. Een ervaring die wij heel spannend vonden, iedere x opnieuw; maar onze vriend wist hen altijd breed glimlachend te overtuigen van het tegendeel…… of ze toch iets toe te stoppen als het te lang ging duren…..
Na een heerlijke ontspannen week bij onze vrienden hebben we onze backpack ingepakt en zijn we er zelf op uit getrokken, wel met spanning in ons lijf, want dit is zo’n ander land dan we gewend zijn en ons Frans is abominable niet toereikend; maar goed……. Met een boemeltrein gingen we van Douala naar de hoofdstad Yaoundé. Langs de rails zagen we dat er “bushmeat” verhandeld werd; we hadden er over gelezen, maar om het met eigen ogen te zien en te ruiken, is toch een heel ander verhaal. Het maakte ons verdrietig en misselijk, maar snappen ook dat dit de levenswijze is van de mensen hier.
In Yaoundé aangekomen ontdekten we lopend de drukke stad met haar prachtige kleuren. Ik weet wel dat wij de stad met haar drukte een bezienswaardigheid vonden, maar ook wij bleken een bezienswaardigheid te zijn. Hordes mensen bleven maar om ons heen dartelen, boden van alles aan en terwijl wij op zoek waren naar een taxi, zaten onze rugzakken in de ene taxi en wij in de andere….. Help! We hebben ons zo goed en zo kwaad als het ging er weer uitgewurmd, vriendelijk blijven lachen, en konden na wat gemopper van andere taxichauffeurs bij onze rugzakken instappen. Alstublieft, rijden graag……en snel….
In Foumban aangekomen aten we gefrituurde termieten op de markt…. Tja, knapperig, maar voor herhaling vatbaar? Uh non, merci bien! We bezochten het paleis van de Sultan van Bamoun. De sultan zelf zat in de deuropening en werd koelte toegewuifd door een bediende met een grote palmtak. Het paleis bestond uit leem en we mochten zowaar binnen kijken. We zagen de troon van de sultan bestaande uit dierenhuiden, schelpen en veel kralen, slagtanden van olifanten, schilden van dierenhuiden, muziekinstrumenten versierd met veel kralen etc. Prachtig. Onderdanen liepen af en aan en bogen voor de sultan en vroegen hem dingen, waarna ze weer vertrokken. Wat een verschil met onze westerse wereld. Maar zo imposant en indrukwekkend. Door Kameroen heen waren destijds verschillende sultanaten/Koninkrijkjes, die ieder hun eigen regels en wetten hadden. We reisden door naar Dschang, waar de Bamileke stam woont en we de mooie Afrikaanse hutten bezochten.
Met onze vrienden hadden we weer in Douala afgesproken, aangezien onze vriendin jarig was. De cadeautjes uit Nederland vielen in de smaak tijdens een etentje. Diezelfde avond namen we een binnenlandse vlucht naar Maroua. We hadden een 3 daagse tour geregeld die ons het noorden van Kameroen zou laten zien mee. Onze eerste stop was Rhumsiki. Hier hebben we onze muziek souvenir gekocht en heel veel andere souvenirs omdat de kinderen die ze verkochten echt te schattig waren 😊 en de armoede ervan afstraalde. Het dorp Rhumsiki bestaat uit kleine Afrikaanse hutten met een dak van stro. Het wordt bewoond door de Kapsiki, een volk dat nog volgens de oude tradities leeft. Er zijn grillige rotsformaties die het tot een prachtige plek maken. Wij verbleven aan de rand van het Waza National Park in een prachtige lodge met uitzicht over de vlaktes waar de wilde dieren aan ons voorbijtrokken. De volgende dag maakten we onze eerst safaritocht; een onbeschrijfelijk mooie ervaring. Voor het eerst van ons leven zagen we olifanten in hun natuurlijke habitat (en niet achter het ijzeren hek van Blijdorp) en dat staat me nog steeds heel helder voor ogen, het kabaal dat ze maakten, de geur, het opstuivende zand; de complete ravage die ze achterlieten, wanneer de kudde olifanten door het bos was getrokken. We zijn zelfs nog te voet achter de olifanten aangegaan met een gids. Dit was echt zo ongelooflijk spannend; zo bang om een geluid te maken of dat ze ons zouden ruiken/zien maar overweldigend prachtig. Onze eerste “live” giraffen, hartedieren, marabou’s, gazelles. Een weergaloze ervaring.
Na drie dagen vlogen we terug naar Douala, stil van alle indrukken die we hadden ervaren. We verbleven we nog een weekje bij onze vrienden. We maakten een regenwoud tocht, waar we leerden dat je levende termieten /mieren van bomen kunt plukken om het achterlijf te eten = zuur, dus dat is goed als je dorst hebt. Heb je nog meer dorst, dan kap je een liaan doormidden, want ook daar zit drinkbaar vocht in. Helaas hebben we deze wijze levenslessen nog niet toe kunnen passen in ons huidige leefomgeving…… Tijdens deze tocht vertelden de gidsen verhalen over de grootste slangen die in deze jungles leven (uh, mag ik weer terug naar de bewoonde wereld?) klommen we omhoog, zodat we uitzicht hadden over de toppen van het regenwoud. Wat voel je je dan klein en nietig om te kunnen genieten van de schoonheid van de wereld; en als tegenpool: wat maakt dat regenwoud een kabaal! Oorverdovend.
In die laatste dagen beklommen we een waterval die in zee uitmondt, genoten we van de zee, elkaar, de smaken en de geuren van Kameroen.
Zomaar een bewuste reisherinnering bij het zien van een souvenir die al jaren bij ons in de kast staat.
Heb jij ook zo’n souvenir die je direct terugbrengt naar het land? We horen graag je verhaal!
Stay safe and healthy en groetjes,
Herma